- vroeg
- {{vroeg}}{{/term}}1 [aan het begin van de dag] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 matinal; 〈bijwoord〉 à une heure matinale2 [tijdig] 〈bijwoord〉 tôt⇒ de bonne heure3 [eerder dan verwacht] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 précoce; 〈bijwoord〉 précocement♦voorbeelden:1 ik sta altijd vroeg op • je me lève toujours tôtvroeg in de morgen • de bonne heure le matinvroeg op de ochtend • au début de la matinée2 vroeg naar bed gaan • se coucher tôtze zijn te vroeg getrouwd • ils se sont mariés trop jeuneshet is nog te vroeg • il est encore trop tôthij is te vroeg • il est en avancede bus is 5 minuten te vroeg • le bus a 5 minutes d'avancedat had je vroeger moeten doen • tu aurais dû faire ça plus tôthij kan op zijn vroegst om zeven uur hier zijn • il pourra être ici à sept heures au plus tôt3 vroege aardbeien • fraises hâtiveseen vroege lente • un printemps précocewij hebben dit jaar een vroege Pasen • Pâques tombe tôt cette annéeeen te vroeg geboren kind • un enfant né avant termevroeg sterven • mourir jeune¶ de vroege, vroegste kinderjaren • la petite enfancede vroegste tijden • les temps les plus reculésik heb een vroege trein genomen • j'ai pris le train le matin de bonne heurehet vroegste werk van de schilder • les oeuvres de la première période du peintrevroeg of laat • tôt ou tardvroeg oud • vieilli avant l'âge〈spreekwoord〉 vroeg rijp, vroeg rot • les enfants trop tôt sages ne vivent pas longtemps
Deens-Russisch woordenboek. 2015.